De Vlaamse regering herbekijkt haar digitaliseringsbeleid in het onderwijs. Waar tijdens de coronacrisis elke leerling vanaf het vijfde leerjaar een eigen laptop kreeg via de ‘digisprong’, kiest minister Zuhal Demir nu voor een meer collectieve aanpak. Scholen investeren vooral in gedeelde ICT-infrastructuur zoals computerlokalen en uitleendiensten. Vanaf het derde middelbaar mogen scholen nog individuele laptops voorzien, maar de kosten mogen niet zomaar op de ouders worden afgewenteld. Zo blijft digitalisering betaalbaar en pedagogisch verantwoord.
Deze keuze is ook pedagogisch onderbouwd. Onderzoek toont aan dat leren met pen en papier de concentratie en het geheugen beter stimuleert dan schermgebruik. Minister Demir benadrukt het belang van focussen op lezen, schrijven en rekenen, waarbij digitale middelen een ondersteunende rol spelen. Dit sluit aan bij de visie van Papier.be: papier en digitaal hebben elk hun eigen kwaliteiten en kunnen samen zorgen voor een evenwichtige invulling van het onderwijs.
Daarnaast vraagt de minister van scholen een duidelijk ICT-beleid. Leerkrachten krijgen laptops en opleidingen rond cyberveiligheid en mediawijsheid. De overheid stelt bovendien maximale prijzen vast voor laptops om onnodige kosten voor ouders te vermijden. Ouders kunnen klachten indienen bij afwijkingen. Zo wil de Vlaamse overheid zorgen voor transparantie en gelijke kansen.
Met dit beleid erkent de Vlaamse overheid het belang van zowel papier als digitale technologie in het onderwijs. Papier.be benadrukt dat het combineren van deze middelen essentieel is voor een moderne en evenwichtige aanpak waarin beide hun waarde behouden.
Bronnen:
